De geschiedenis van rum begint in het Caribisch gebied, meer bepaald op de zogenaamde suikereilanden zoals Barbados, Jamaica, Puerto Rico en Martinique.
In de 17e eeuw begonnen Europese koloniale machten, waaronder Engeland, Frankrijk, Spanje en Nederland, met de grootschalige teelt van suikerriet. Tijdens de suikerproductie ontstond een zoet, stroperig residu: melasse. Arbeiders en plantage-eigenaren ontdekten al snel dat het gefermenteerd en gedistilleerd kon worden – zo ontstond de eerste rum.
De oudste gegevens over de rumproductie komen uit Barbados en dateren uit 1650. Het eiland wordt nog steeds beschouwd als de bakermat van de Caribische rum. Maar lang daarvoor werden in India en Zuidoost-Azië soortgelijke sterke dranken gemaakt van suikerriet, zoals ‘Arrak’, een voorloper van de moderne rum.
Rum werd al snel een belangrijk onderdeel van de Atlantische driehoekshandel. Europa leverde goederen aan Afrika, waar ze werden geruild voor tot slaaf gemaakte mensen. Ze moesten werken op de suikerrietplantages in het Caribisch gebied en Amerika. In ruil daarvoor kwamen suiker, melasse en rum terug naar Europa.
Rum was daarom niet alleen een luxe voedingsmiddel, maar ook een belangrijk handelsartikel – een symbool van de koloniale macht en helaas nauw verbonden met de geschiedenis van de slavernij.
In de loop van de tijd ontwikkelden zich in verschillende koloniën verschillende soorten rum.
De Britse eilanden zoals Barbados en Jamaica produceerden sterke, kruidige rum met intense aroma's en donkere kleuren.
In de Franse koloniën zoals Martinique of Guadeloupe ontstond Rhum Agricole, gemaakt van vers suikerrietsap in plaats van melasse - het is fruitiger, helderder en eleganter.
De Spaanse koloniën zoals Cuba en Puerto Rico gaven daarentegen de voorkeur aan lichtere, mildere rum met een zachte textuur die perfect is voor cocktails en longdrinks.
In het kort:
Rum heeft zijn wortels in het 17e-eeuwse Caribisch gebied en wordt gemaakt van suikerriet, meestal melasse of suikerrietsap.
Wat begon als een bijproduct van de suikerteelt, ontwikkelde zich tot een cultureel en smaaksymbool van de tropen, gevormd door de geschiedenis ervan, maar staat vandaag de dag voor levensvreugde, vakmanschap en genieten.